Tijdens het tweede jaar 'on the road' reisde ik samen met Fabien, een Zwitserse travelmakker, af naar Australië. Beiden waren we gepassioneerde didgeridoospelers. Dat was dan ook onze insteek om David Blanasi te gaan opzoeken, een hoogst gerespecteerde Aboridginal-shamaan van destijds half in de zeventig. In het westen had hij al enige naam gemaakt omwille van zijn kunst en nog meer vanwege zijn traditioneel vervaardigde Yidaki's (didgeridoo's) die hij eveneens met the crosshatching-techniek beschilderde met natuurlijke aardpigmenten. In de 'Northern Teritory (Arnhemland) stond hij hoog in aanzien daar hij de zielen van de doden begeleidde naar de ancestorwereld, de wereld van de voorouders. Volgens een legende die David ons toevertrouwde tijdens één van de vele walkabouts die we samen deden in Arnhemland, zouden de meeste zielen van hun ancestors (voorouders) verblijven op en rond de meest heilige berg ,midden Australië, nl Ayers Rock. Op deze manier stuurde Blanasi ons onder het motto 'follow the lifesigns' opweg naar centraal Australië. Te midden van een gigantische woestijn lag een klein levendig stadje Alice Springs. Waarom ik daar moest zijn was me destijds niet helemaal duidelijk. We lieten huize Blanasi en Beswick achter ons om naar De krachtplaats van Australië te rijden.
Australië is een bagpackersland van de hoogste plank. Het is zo'n uitgestrekt continent dat je er makkelijke jaren zou kunnen rondcruisen. Ik had de smaak dan ook vlug te pakken daar.
Gedurende de daarop volgende jaren zette ik mijn nomadische levensstijl verder. Het bracht me in tal van landen met een bijna onovertroffen reeks avontuur en levenservaring.
Het beoefenen van Yoga en veel meditatietechnieken maakte deel uit van mijn dagelijks leven. Ik voelde het leven volop door me stromen en genoot van bijna elk moment. Het is dan ook iets wat ik vandaag de dag aan iedere jongvolwassene kan aanbevelen.
De volgende jaren zou ik jaarlijks vijf à zes maanden terugkeren naar de Aussies. Mijn reizen financierde ik door straatanimatie te brengen . Voornamelijk in Circular Key, daar waar alle toeristenboten aankomen. Vlakbij Harbour Bridge en het wereldberoemde Operahuis, waar ik voornamelijk werkzaam als 'standbeeld'.
Dit was me toen toen al op het lijf geschreven, al staande in een diepe meditatieve staat terechtkomen. Het langste dat ik ooit gestaan heb op één dag loopt op tot negen uur. Hela, dat is ni niks hé.
Een andere toplocatie in de jaren negentig wat de internationale straatanimatie betreft, was Japan en Hong Kong. In het laatst vernoemde land ben ik nooit geraakt, maar Tokio was één van de jaarlijks wederkerende bestemmingen. Ik werkte daar vooral in Ueno Park, een uitgestrekt park met een zoo, wat bekendstond voor het straattheater. We werkten daar met meer dan 200 straatanimators toen de Yen nog hoge toppen scheerde.
Comments